Sophia - May 4 '04: Le Grand Mix, Tourcoing (F) with Beulah and Under Byen

Sophia finally played second on the bill because Under Byen had problems with their van on the road and they could not arrive on time to play second on the bill as planned.

Review 1
Steeds meer Belgische muziekliefhebbers - lees West-Vlamingen en Walen uit de buurt van de taalgrens - vinden heden ten dage hun weg naar Tourcoing, een groezelige voorpost van de Franse metropool Lille, waar enkele enthousiastelingen al enkele jaren een middelgrote concertclub uitbaten die niet hoeft onder te doen voor de betere zalen in Belgenland. De aangroei van de Belgische vertegenwoordiging in Le Grand Mix hoeft niet te verwonderen: de prijzen zijn er laag (10 euro voor Sophia en twee voorprogramma's!) en waarom zou je een uur in de auto zitten om naar Brussel of Antwerpen te rijden, als je diezelfde groep - vanuit Kortrijk dan - op nauwelijks een kwartier van je deur aan het werk kan zien. Veel Belgjes dus ook op het concert van Sophia, en dat had nog méér te maken met het feit dat deze band bij onze zuiderburen nauwelijks een belletje doet rinkelen. Blijkbaar had iemand dat gegeven in het oor van Robin Proper-Sheppard gefluisterd, want de man - die in de loop van het optreden wel meer bedenkelijke reacties de zaal in zou gooien - liet al in zijn verwelkoming duidelijk verstaan meer bekommerd te zijn om zijn Belgische fans dan om die paar tientallen Fransen die naar Tourcoing waren afgezakt. Waarover later meer.
Bij aankomst bleek dat er wegens overmacht aan het programma was gesleuteld. De Deense postrockers van Under Byen waren met hun camionette op de snelweg gestrand en zouden in het beste geval na Sophia het podium betreden. Maar eerst was het nog de beurt aan het Amerikaanse Beulah. Het was eigenlijk in de eerste plaats op basis van hun prachtige laatste album Yoko dat we die dinsdag naar Le Grand Mix
Grand Mix waren afgezakt, maar over het algemeen gezien was het optreden een let-down. Het was een van Beulahs laatste concerten van hun Europese tournee, wat zich duidelijk liet merken: op geen enkel moment deden frontman Miles Kurosky en zijn vijf maats een poging om de vonk naar het publiek te doen overslaan en verzandden hun op plaat nochtans zo oorstrelende, vindingrijke tweestemmige popsongs in een soort vermoeide routine. Het werd er allemaal niet beter op toen het zestal besliste om voor de laatste twee nummers twee meisjes op het podium te roepen die ze een paar dagen tevoren in Parijs hadden opgerakeld. Allemaal heel sympathiek, maar ons het lijkt het toch beter om dergelijke hopeloze groupie-gevallen ver van een microfoon weg te houden. Neen dus, de twee mochten zich gedurende een drietal minuten vergrijpen aan een van de betere nummers van Yoko en bleken ook als gelegenheidspercussionisten in de afsluiter van alle talent en gevoel voor ritme gespeend. De rekening voor zoveel onzin werd onmiddellijk gepresenteerd in de vorm van uitermate lauw applausje en een welgemeende roep om de hoofdact.
Niet dat die de verwachtingen inloste, want Robin Proper-Sheppards humeur stond - waarschijnlijk door het onvoorziene geschuif met de bands - duidelijk op onweer en wie al wat concerten van deze Amerikaan heeft gezien, moet onderhand weten dat dat zelden een garantie is voor een goede gig. Aan de songkeuze zal het alvast niet gelegen hebben. Voor de bissen - die er al na een povere 50 minuten kwamen - bleven de iets hardere nummers van 's mans puike, maar tweeslachtige nieuwe cd People Are Like Seasons nadrukkelijk in de kast, een uitzondering als single 'Oh My God', die een wegens technische problemen wel erg matte live-behandeling kreeg, niet te na gelaten.
De bard en zijn uiterst solide live-band hadden met nummers als 'The Sea' en het pakkende '(Death Comes) So Slow' duidelijk gekozen voor de intieme aanpak, maar die stond in schril contrast met zijn soms erg venijnige opmerkingen tussendoor. Eerst door de aanwezige Fransen te koeioneren door alleen maar de Belgen te bedanken voor hun komst, vervolgens door enkele naar de bar uitgeweken fransozen op de korrel te nemen en nog later wanneer hij twee luid taterende meisjes met een compleet overbodige sneer ("What did you eat tonight? Which wine did you drink? I'd like to know that very much, but this is not the place to talk about it.") het zwijgen op te leggen.
Toen Proper-Sheppard onder een slechts matig applaus de coulissen opzocht, heerste er vooral teleurstelling. Het is dan ook maar goed dat hij met een andere ingesteldheid en zonder maniertjes voor de tweede keer het podium opstapte. 'Death of a Salesman' werd zoals vanouds gepresenteerd op een bedje van melancholie en tristesse, waarna de vlam voor de eerste - en meteen voor de laatste - keer in de pan mocht slaan voor een loeiharde uitvoering van 'The River Song', waarbij het overrompelende geluid en de spankracht van The God Machine nooit veraf was, en het op Stooges-leest geschoeide 'If A Change Is Gonna Come', dat eindigde in een borrelende poel van feedback. Voor de rest was het met een vergrootglas zoeken naar de sfeerschepping en overgave uit vroeger dagen. Iets wat ondergetekende na het concert van Sophia onvermijdelijk richting uitgang dreef, om later te horen dat de ongelukkige Denen van Under Byen het dan toch nog gehaald hadden. 't Zal voor een andere keer zijn, jongens….
Prof. Joost, Digg* e-zine

Review 2 (from the Grand Mix forum)
djamel a écrit à propos du concert de beulah & under byen :
oki bud concernant le concert alors tout d'abord beulah c'est de la bombe de chez bombe c'est carémment ce que j'esperais entendre vive la californie cela m'a rapellé mes départs à san francisco après la chat que j'ai eu avec les membres du groupe top the top au suivant concernat sophia franchement deçu le chanteur à minette franchement zéro de chez zéro la frime la déguaine les paroles à minette love love love sorry not for me
je remercie under byen les yeux fermés c'est la voix jumelle à bjork je felicite je tire mon chapeau à la chanteuse ainsi que tous les autres membres du groupe d'avoir chanté ce que j'attendais je trouve que leur zic est grave de grave et puis je remercie le grand mix et toute son équipe d'avoir organisé cette superbe soirée j'aurais préféré que sophia chante en dernier comme ca j'aurais pu me coucher avant je suis un peu déçu que le public est parti avant que under byen chante @+
ajouté le 07-05-2004

SOPHIA a écrit à propos de DJAMEL :
Dear Djamel, if you dislike our music, why did you ask us for some autographs? We found you silly to pretend being a nice guy in front of us and then call us a bad band, a band for "minettes" . Other guys who came to the show couldn't get a poster cause you took several of them. Shame on you. You don't like us, ok everyone is free, but don't pretend being interested only to get some autographs. It's an extremely shameful behaviour. You are like immature teens. To sum up, what a very disapointing guy you seem to be, the kind of people music does not need at all. THANKS to the grand mix for welcoming us. Djamel goodbye, and we hope you will watch tv shows, as american idol, or french "star academy" , that's music for you!!!!!
Ajouté le 08-05-2004


Review 3
Le Grand Mix n'est pas complètement rempli mais peu importe (et même tant
mieux) car le public présent semble plutôt enthousiaste (il l'est, bien sûr
!) à l'idée de revoir la bande à Robin. Celui-ci, manifestement assez
détendu et réceptif à l'acceuil qui lui est fait ("Robiiiiiiiiiin !"),
plaisante un peu avec le public. Le concert débute sous de bons auspices
avec 2 titres extraits du premier album, même si le son n'est pourtant pas
encore bien au point, l'ingénieur-son n'étant apparemment pas vraiment
familier du groupe.

Les choses sentiront déjà plus le roussi avec le titre suivant, issu du
2ème album, car le rythme est trop lent et la voix de Robin se casse
presque déjà sur le refrain. En outre, l'absence de cordes se fait
également déjà cruellement ressentir. On sent dès lors le fossé d'avec
leur prestation de la Black Session (quelle performance !) se creuser, qui
ira en s'élargissant. Le titre suivant, issu de leur nouvelle plaque, vera
Robin monter dans des aigus incertains pendant le refrain ("fooooool ...
fool who you running from ... yeah"), sa voix coassant de manière assez
énervante et systématique sur ce dernier mot.

Heureusement, la chanson suivante viendra secouer un peu l'ensemble, avec
des guitares un peu plus lourdes, qui nous feront penser ou espérer que
Robin parviendra à redresser un peu la barre. Pas de chance pourtant car
"Every day", même s'il débute pourtant bien (sur l'album, la chanson
bénéficie d'un tempo soutenu), se voit ralenti par un jeu de guitare et de
batterie bien trop mou. Pire : Robin semble ici tout fait aphone sur le
refrain, on sent le groupe tout entier peiner et se fourvoyer dans des
titres pourtant bien rodés avec le temps, trop peut-être et sans doute la
fatigue et la routine aidant ...

Robin s'excusera lui-même avant d'entamer la suite car nous n'aurons pas
droit aux boîtes à rythme présentes sur "Oh my love", leur premier single
"pop" (comme il l'appelle lui-même de manière un peu auto-dérisoire)
extrait du dernier-né. "Woman" ne nous laissera aucun souvenir
particulier, c'est pourtant une chanson forte, avant d'en arriver à un
titre-phare de l'album live et l'une des meilleures et plus belles chansons
du groupe : "The sea", inédite à l'époque et, sur l'album, somptueusement
accompagnée par la section de cordes menée par Calina de la Mare, une
habituée du groupe maintenant. Las, l'inexorable et sombre beauté de la
chanson ne refera pas surface et celle-ci sera le signe de la fin proche du
concert.

Un rappel est pourtant accordé : Robin nous interprétera seul à la guitare
acoustique (qu'il ne quitte en fait pas) un titre, "The death of a
salesman", demandé par son claviériste dont c'était là le dernier soir avec
le groupe puisque quittant la tournée ensuite, et à qui il le dédicacera
donc. Mais évidemment pas de concert de SOPHIA sans avoir entendu LE
morceau qui aura scellé leur totale consécration auprès du grand public :
"The river song", long brûlot rock'n'roll comme on en fait trop rarement,
toujours synonyme d'énergie électrique grâce à son excellent et
interminable final répétitif et lourd, qui n'en finit pas et qui prend même
sur la longueur une incandescence rougeoyante. Un très bon final donc,
bien sûr attendu et même demandé par les fans donc offert sans aucune
surprise, mais toujours fort bien-venu et apprécié.

Ce n'est pourtant pas fini, et le meilleur moment du concert est même
encore à venir car, comme il l'avait fait au Botanique, le groupe revient
pour le titre le plus dur et le plus impressionnant de la soirée : "If a
change is gonna come ...", incroyable moment qui fait ressurgir le fantôme
d'un certain ... GOD MACHINE : le son heavy des guitares écorchantes, la
basse bien lourde, la rythmique en béton-armé, un certain mélange de
punck-rock et de hard-core légèrement industriel, le titre fait office de
summum dans la prestation, bien fade dans l'ensemble, qui aura précédé. Un
final salutaire et plein de fougue pour remettre les pendules à l'heure et
pour nous faire oublier la fatigue d'un groupe qui n'en finit pas de
tourner (pas en rond, on espère !). Suite au prochain (bon) épisode donc
Dominique Piérard


Review 4
Comme à l'époque d'un certain God Machine…
Pour cette longue soirée, l'ordre de passage avait été modifié, suite à des problèmes de transport rencontrés par la formation danoise Under Byen. Au lieu d'entamer les festivités, celle-ci allait donc les clôturer.
Drivé par Miles Kurosky, chanteur dont le vocal campe, nonobstant un timbre plus clair, des inflexions fort proches de Stephen Malkmus, Beulah compte déjà la bagatelle de 4 albums à son actif ; le dernier, « Yoko », étant paru au début de cette année. Un sextuor californien qui pratique une pop plutôt allègre, contagieuse, mais parfois un peu trop dissipée. Pourtant, la moitié des musiciens sont multi instrumentistes et possèdent suffisamment de talent pour faire décoller un set. Et en particulier le trompettiste, dont les interventions cuivrées, parfois rythm'n blues, donnent une coloration plus chaleureuse aux chansons. Et puis les harmonies vocales sont impeccables, rappelant même parfois tantôt les Beach Boys, tantôt ELO. Mais les moments de pure intensité ne sont pas suffisamment développés pour ne pas perdre le fil du sujet. En fin de parcours, le groupe invite deux spectatrices à monter sur scène pour essayer de reprendre une chanson des Beach Boys. Une catastrophe ! Et les gesticulations des deux filles agitant des maracas ou un tambourin, lors du final, faisaient franchement tarte. N'importe quoi !
Les concerts accordés par Sophia, dans le cadre de leur dernière tournée n'ont pas trop eu l'air de plaire à la presse spécialisée. Même Lina, qui avait assisté à leur concert lors de leur passage au Bota, n'est pas repartie emballée par leur prestation. C'est donc avec beaucoup de prudence que je suis allé voir ce qu'il en était réellement. Première constatation, le groupe semble détendu. Il s'agit du dernier concert de ce périple destiné à promotionner leur album, « People are like seasons ». Et en montant sur les planches, Robin Proper Sheppard se rend compte qu'un nombre important de Belges a fait le déplacement. Et leur demande de lever la main. Il a raison… Le set s'ouvre sur un ton semi acoustique, countryfiant (bottleneck oblige !) ; puis le climat s'électrifie progressivement épinglant une version particulièrement réussie d'« Every day » et une de « The see », découpée dans les guitares bringuebalantes. Tout est bien mis en place, mais c'est la prestation du drummer qui, au fil du set, va impressionner. Son style chatoyant, chaloupé, mais bigrement efficace, canalise la prestation du groupe. Et sous le flux d'électricité maintient parfaitement le navire à flots. Après un bref retour acoustique en rappel, Sophia va achever sa prestation par un rock'n roll particulièrement enlevé et un « River song » au cours duquel cette électricité se mue en intensité blanche. Et pour cause, Robin et le claviériste ont alors respectivement troqué leur sèche et leur clavier pour une gratte bien électrifiée. De quoi se délecter d'une bonne dose de décibels, comme à l'époque d'un certain God Machine…
Il était très tard lorsque Under Byen s'est mis à jouer. Et pour cause, il devait d'abord régler les balances. Et lorsqu'un line up se compose de huit musiciens, il y a du boulot. En l'occurrence deux drummers (dont une percussionniste), un claviériste/pianiste, une pianiste, une bassiste, un violoniste, une violoncelliste et une chanteuse. Dont la voix me rappelle Björk, sans les inflexions énervées et furieuses. Une formation qui mélange allègrement pop, folk, jazz, classique et électronique, dans un univers trip hop brumeux, empreint de mystère, qui aurait pu naître d'une rencontre hypothétique entre Sigur Ros et Portishead. Les problèmes de mixage rencontrés au cours de ce set n'ont pas empêché d'entrevoir l'émergence d'un groupe fort intéressant. Mais je dois avouer que j'étais beaucoup trop fatigué pour pouvoir réellement apprécier leur musique. Ainsi, après une bonne demi-heure, je me suis éclipsé. A revoir dans d'autres circonstances : mais à suivre de très près…
Bernard Dagnies, Musiczine.net, 4/5/2004


Set list
So Slow
Are You Happy Now
If Only
Fool
Desert Song n° 2
Every Day
Oh My Love
Woman
The Sea
-------------------------------
The Death Of A Salesman (Robin solo)
The River Song
If A Change Is Gonna Come

Poster by San Miguel, http://atelierclandestin.free.fr/

Pic by Robert Gil

Pic by Robert Gil

Pic by Robert Gil